Satoko Fujii (Tokyo, 1958) en Alex Koo (Waregem, 1990) zijn pianisten van het hoogste allooi. Voor de reeks π Van Piano halen ze de vleugels van het podium naar beneden, om hun meesterschap te delen te midden van het publiek. In absolute première brengen ze ook een duoset.
Dubbelinterview door Stijn Buyst
π van Piano met Alex Koo / Satoko Fujii
Zit rond de muzikanten - Jazz van unieke stemmen
20:15 Tickets
'We zaten op de eerste rij bij het videogesprek waarin Fujii en Koo elkaar voor het eerst spraken.'
Jullie zijn allebei heel jong aan een klassieke muziekopleiding begonnen. Toen ik een poos geleden de Chinese guzheng-speelster Wu Fei interviewde, vertelde ze me dat ze pas ontdekte dat muziek ook fun kon zijn, toen ze die opleiding achter zich liet en bij Fred Frith vrije improvisatie ontdekte.
#Story
Maak kennis met Wu Fei ✨ Premières op het Made in China Festival
Alex Koo: ‘Ik herken het een beetje. Op een bepaald ogenblik begon ik die klassieke opleiding wel wat te haten. Ik denk dat ik in jazz en improvisatie een zekere vrijheid terugvond. Maar het was zeker niet zo extreem als wat Wu Fei je vertelde. Ik bedoel maar: ik vond als kind wél plezier in Debussy.’
Het is moeilijk te vergelijken natuurlijk: Wu Fei werd door een commissie van de Chinese overheid uitgekozen…
Alex Koo: ‘Klopt. Nu, ik ben er 34, dus ik ben al ruim de helft van mijn leven met jazz bezig. Toch zit dat klassieke er ergens nog wel in, en vooral in het begin heeft mijn technische bagage mij erg geholpen.’
Satoko Fujii: ‘Eigenlijk heb ik de hele avond nodig om dat verhaal te vertellen. Als kind was ik zo verlegen dat ik zelfs niet naar de kleuterschool kon. Omdat ik toch iets moest, lieten mijn ouders me dan maar pianolessen volgen. Dat wilde ik heel graag en ben ik ook blijven doen tot mijn twintigste, maar rond mijn achttiende besefte ik dat ik niet kon improviseren.
'Ik voelde me als een perfect afgerichte hond, die elk bevel perfect uitvoert, maar niets spontaans kan.
Satoko Fujii
Zonder partituur voor mijn neus kon ik geen muziek maken. Daar voelde ik me heel slecht over. Ik voelde me als een perfect afgerichte hond, die elk bevel perfect uitvoert, maar niets spontaans kan. Ik trachtte mijn klassieke opleiding van me af te schudden en te improviseren, maar dat wilde echt niet lukken. Van de weeromstuit ben ik radicaal gestopt met pianospelen, om te improviseren met mijn stem en percussie – geen instrumenten, maar gewoon dingen om op te slaan.
Ik richtte een groep op waarin we dat deden, en dat voelde aan als een bevrijding: ik kon zingen en schreeuwen. Maar als je me voor een piano zette bevroor ik geheid. Twee jaar heeft dat geduurd. Door in Tokyo jazzclubs te bezoeken, merkte ik toch steeds weer hoeveel ik van het geluid van een piano hield.
Ik heb dan mijn stoute schoenen aangetrokken en ben naar Fumio Itabashi getrokken, mijn favoriete Japanse pianist – hij heeft nog met Elvin Jones gespeeld. Fumio vertelde me dat ik kon spelen wat ik maar wilde, maar het bleef een worsteling.
Uiteindelijk besloot ik naar de Verenigde Staten te trekken om in Boston aan Berklee te studeren. Daar leerde ik jazz spelen, maar het kwam nog steeds niet uit mijn hart. Ik bleef steken in het naspelen van anderen. Dan wilde ik bijvoorbeeld zoals Herbie Hancock spelen, dat leverde natuurlijk niets op.
De doorbraak kwam er pas toen ik aan het New England Conservatory studeerde en les kreeg van Paul Bley. Zijn lessen waren vooral gesprekken, die ik opnam. Vaak besefte ik na zo’n gesprek dat ik iets kon spelen waar ik na jaren oefenen nooit in geslaagd was.
Hij deed mij beseffen dat jazz niet per se mijn muziek is, en dat ik net dat moest doen: mijn muziek spelen. Bley leerde me vrede te nemen met mezelf en dus ook te spelen als mezelf.’
Alex Koo: ‘Prachtig dat je dat van Paul Bley hebt meegekregen. Zeker als je ziet hoe hij zelf geëvolueerd is. Toen hij twintig was, speelde hij net als Bud Powell. Het verschil met het vrije spel waar hij vijftig jaar later naartoe geëvolueerd was, is immens.
Zelf heb ik het gevoel dat ik nog niet helemaal ben waar ik moet zijn, maar ik denk wel dat ik in de buurt van het jazzspectrum zit, al hou ik er wel heel erg van om verschillende manieren van denken over muziek te verkennen.’
Wie was jouw belangrijkste leermeester, Alex?
Alex Koo: ‘Mijn belangrijkste mentor was de Belgische pianist Kris Goessens, die jammer genoeg in het jaar dat ik mijn master haalde zelfmoord pleegde. Hij was een wat getroebleerde ziel, die verschillende moeilijke periodes kende. Tot hij stierf speelde hij decennialang piano bij de Amerikaan Bob Brookmeyers.
Kris was niet het soort mentor dat je opdrachten geeft, maar meer een spiegel die je toont wat er niet klopt.’
Alex Koo
Kris was een heel eerlijke leermeester, die altijd zonder filter zijn gedacht zei. Dat kon heel confronterend zijn, maar het was exact wat ik nodig had. Hij duwde je nooit in een bepaalde richting, maar drukte wel heel erg op de betekenis van wat je speelde én op het gevaar van overplaying. Hij was niet het soort mentor dat je opdrachten geeft, maar meer een spiegel die je toont wat er niet klopt.’
Ik stel me voor dat – naast die grote figuren – alle kleinere samenwerkingen in de verdere loop van je carrière ook leerzaam blijven.
Satoko Fujii: ‘Weet je, ik heb een project voor een groot ensemble, een big band met vijftien leden. Dat project heb ik lopen in New York, Tokyo, Kobe, Nagoya en Berlijn. In elk van die steden werk ik samen met veertien andere muzikanten, en elke samenwerking is verschillend.
Ik speel met al die ensembles dezelfde muziek en toch klinkt het telkens helemaal anders. Niet beter of slechter, gewoon anders. Daar zit een rijkdom in: we zijn allemaal anders en we spelen allemaal anders. Dat geeft me een heel groot gevoel van vrijheid.’
Daar zit een rijkdom in: we zijn allemaal anders en we spelen allemaal anders. Dat geeft me een heel groot gevoel van vrijheid.’
Satokko Fuji
Sleutels
Hoe ben je bij het duo met Alex terechtgekomen?
Satoko Fujii: ‘Dat is eigenlijk heel interessant. Dit videogesprek is onze eerste ontmoeting. Meestal speel ik met mensen die ik al ken, daar maak ik weinig uitzonderingen op. Maar ik vertrouw Wim (Wabbes, de programmator) heel erg.
We kennen mekaar al heel lang en hij kent mijn muziek erg goed. Toen hij me aanraadde om met Alex te spelen wist ik dat ik ‘m kon vertrouwen.
Dat Alex half Japans is, en we dus een beetje wortels delen, maakte me ook nieuwsgierig.’
Meestal speel ik met mensen die ik al ken, daar maak ik weinig uitzonderingen op. Maar ik vertrouw Wim (Wabbes, de programmator) heel erg.
Satoko Fujii
Voor π Van Piano zullen jullie te midden van het publiek spelen. Is dat een uitdaging, geluidsgewijs? Als iedereen voor het podium zit, hoort elke bezoeker ongeveer hetzelfde concert. Met de piano’s in het midden hoort iedereen een andere mix.
Alex Koo: ‘Ik denk dat, door het hoge plafond van de Handelsbeurs, het geluid zich wel mooi zal verspreiden. Die opstelling zou heel goed kunnen werken, denk ik.’
Ik had het concept eerst niet goed begrepen en ging ervan uit dat het publiek zich kon verplaatsen tijdens het concert.
Satoko Fujii: ‘Dat zou wellicht van het goede te veel zijn. Maar misschien kunnen Alex en ik halverwege van piano wisselen?’
Alex, achter sommige van je tracks zit een heel verhaal. Zo is ‘Sperm whale’ geïnspireerd door het jachtgedrag van potvissen.
Alex Koo: ‘Niet achter alle composities zit zo’n uitgebreid verhaal. Soms ontstaat een compositie ook gewoon uit een kleine improvisatie.’
Komt het idee doorgaans vóór de compositie of gaat het omgekeerd?
Alex Koo: ‘Goeie vraag. In het geval van ‘Sperm Whale’ was het muzikale motief er eerst, maar wist ik nog niet waar het naartoe zou gaan. Ik herkende sonargeluiden in dat ‘ping-ping-ping’-motiefje. Toevallig had ik net een documentaire gezien over het jachtgedrag van potvissen. En toen viel mijn frank: dáár moet ik met die compositie naartoe, naar heel lage klanken. Tijdens het creëren gebeurt er eigenlijk heel veel tegelijkertijd, het is een erg chaotisch proces.’
Satoko, jij componeert elke dag, nauwgezet.
Satoko Fujii: ‘Ja, het klinkt misschien vreemd, maar voor mij is componeren niét hetzelfde als creëren. De muziek is er al, ik moet ze gewoon vinden. Misschien ligt ze achter de zetel of onder een kussen. Ken je het gevoel dat je weet dat je je sleutels hebt, maar dat je ze niet kan vinden? Zo is het met muziek: ze is er, maar je moet ze weten te vinden.’
'Ken je het gevoel dat je weet dat je je sleutels hebt, maar dat je ze niet kan vinden? Zo is het met muziek: ze is er, maar je moet ze weten te vinden.’
Satoko Fujii
Soms componeer jij ook heel thematisch. Over je compositie ‘Fukushima’, las ik dat het vijf jaar geduurd heeft voordat je ze klaar had.
Satoko Fujii: ‘Ik had gewoon tijd nodig om mijn gevoelens over die kernramp te verwerken. Dat was zulk een emotionele en angstige gebeurtenis. Ik had vijf jaar nodig om er vanop enige afstand naar te kijken.’
Alex Koo: ‘Volgens mij is het vergelijkbaar met het verlies van een dierbare. Als je daar muziek over wil maken, kan je daar niet een week later al aan beginnen, toch? Je hebt waarschijnlijk vele jaren nodig om een klein beetje te begrijpen wat er gebeurd is.’
Satoko Fujii: ‘Exact.’
Ellebogen
Laat ons maar snel over iets luchtigers praten. Alex, vertel eens hoe jij de muzikale mogelijkheden van je ellebogen ontdekt hebt.
Alex Koo: ‘Ha, dat heb ik niet zelf uitgevonden. Ik heb het idee van iemand gestolen, zoals dat gaat. In New York had ik een hele fijne pianolerares, Marilyn Nonken. Ze was een klassieke pianiste, maar ze speelde alleen de meest far out hedendaagse klassieke muziek, vaak stukken die een week eerder voor haar gecomponeerd waren.
Marilyn leerde me Henry Cowell kennen, die in de jaren twintig van vorige eeuw al met zijn vuisten en ellebogen speelde. Als ik dat nu doe, vindt men dat een beetje vreemd, maar stel je voor hoe radicaal het was toen Cowell dat deed.
Het is bevrijdend om niet alleen je vingers te gebruiken. Het breidt je palet uit om iets te gebruiken dat je nog niet zozeer beheerst. Doordat je de afstand tot je elleboog moet herontdekken, kijk je automatisch een beetje anders naar je instrument, en dat is altijd een interessante situatie.’
Je vergelijkt het spelen met de pianopedalen ook met spelen op een synth.
Alex Koo: ‘Ik vergelijk het met de filters van een synth. Het rechtse en het linkse pedaal, daar kan je heel fijn mee experimenteren, als een filter. Je kan spelen met de attack en de toonkleur licht aanpassen. Je vindt dat terug in veel hedendaags klassiek, maar in jazz is Craig Taborn iemand die daar geweldige dingen mee doet. En ik ben er zeker van dat Satoko dat ook helemaal in de vingers heeft.’
Wil dat ook zeggen dat elke piano een nieuwe uitdaging is?
Alex Koo: ‘Zeker. Voor mijn laatste concert had ik een prachtige Steinway, maar het linkerpedaal maakte de hele tijd geluid. En dat pedaal gebruik je net voor de allerstilste passages…’
Je zou er ook een mogelijkheid in kunnen zien.
Alex Koo: ‘Ja, maar niet op dat moment. Zoals Satoko zei: wat voor jou juist voelt is het juiste ding op dat moment. Maar als het fout voelt, voelt het extra fout.’
Laat ons er van uitgaan dat alle pianopedalen zich op 18 mei gedragen. Wat zou het ideale resultaat zijn van jullie eerste gezamenlijke improvisatie bij Ha Concerts?
Satoko Fujii: ‘Geen idee. Ik denk dat niemand dat weet. Zo gaat dat in onze muziek: als we zouden weten wat er gaat gebeuren, moeten we het niet meer spelen.’
Alex Koo: ‘Die vraag moet je je op voorhand niet stellen, het is net mooi om dat samen met het publiek te ontdekken.’
'Weet je, als mensen iets willen horen dat ze al eens gehoord hebben, kan ik niet anders dan “sorry” zeggen, want ze gaan wellicht iets helemaal anders te horen krijgen.’
Satoko Fujii
π van Piano met Daan Vandewalle & Alvin Curran
Zit rond de muzikanten, met Era Ora - een saga voor twee piano's
20:15 Ticketsπ van Piano met Dorian Dumont plays Aphex Twin / Tania Giannouli
Zit rond de muzikanten - Ode aan Aphex Twin + eigenzinnigheid troef
20:15 Ticketsπ van Piano met Alex Koo / Satoko Fujii
Zit rond de muzikanten - Jazz van unieke stemmen
20:15 Tickets